Dag 22

22 april 2015 - Los Caños de Meca, Spanje

Los Caños de Meca  

Straks gaan we Afrika zien. Ik kán niet wachten! Het is nog best een hele afstand, die we terug moeten rijden om naar Tarifa te gaan. De camping ligt tussen Cádiz en Tarifa. Ons enige doel van vandaag is naar Tarifa  om Afrika te zien liggen.

Behalve bij windsurfers en kiteboarders, die overal vandaan komen uit heel Europa omdat hier zo lekker veel wind staat, is dit Moorse stadje niet zo bekend. Je bent hier maar 15 km. van de Afrikaanse kust. Op deze plek is de Straat van Gibraltar het smalst. Dát is voor mij nog wel een aandachtspuntje geweest. Heel graag uitgebreid hier tussen twee Werelddelen willen zijn, maar eigenlijk toch ook maar snel weg wezen omdat deze plek veel illegale immigranten lokt. Maar mijn nieuwsgierigheid wint het van mijn bange gedachten. We kunnen zó met de veerboot mee naar de overkant, waar Marokko ligt en de plaats Tanger. Een veerboot, daar draaien we onze hand niet voor om met kleinkinderen die hun roots op Terschelling hebben. Eddy remt me gelukkig af. “Jij kan bést gaan, maar dan ga je maar alleen.” Ik leg de focus dus maar op Tarifa. In 710 kwamen de berbers hier voor het eerst Europa binnen. We wandelen met Noor door de steegjes en over de pleintjes. Tussen de witte huisjes door naar de haven en hopen daar ‘het licht’ te zien. Het kasteel uit de 10 e eeuw obiedt uitzicht op het Marokkaanse Rifgebergte. Ik klim en klim met knieën die daar helemaal niet goed in zijn. Om beurten natuurlijk, één moet bij Noor blijven, want die hoeft Afrika niet zo nodig te zien en kan de grote stenen trap van het kasteel achterwege laten.

Ik kom daar hijgend en puffend boven en wat zie ik? Mijn lang gekoesterde droom? Nada, niks. He-le-maal-niks! Maar dat kan ik niet accepteren. Ik kijk nét zo lang tot ik Afrika zie liggen. Ik baal er echt van. De zon is er nog niet goed door. Alles is vaag. Nu proberen het geheel positief te bekijken. Ik loop die grote stenen trap langzaam af en zie Eddy onderaan staan. Hij is daar aan het fotograferen en zich van geen ‘kwaad’ bewust. “Ge-wel-dig!!!”  roep ik naar Eddy. “Ja, dat zál wel,” antwoordt hij al argwanend. “Kijk zélf maar. ”Ik zie hem naar die forse trap kijken en daarna naar de lucht. “Het is niet echt helder.” “Nee, dát niet,” antwoord ik bloedserieus.  Hij kan toch ook zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en maakt de klim naar boven. Ik wacht, met Noor en mijn binnenpretje op dat wat straks komen gaat. Daar komt ie. Een smile van oor tot oor. Geen Afrika zien, maar wel lol hebben.

Meer plannen voor de dag maken we niet. We hebben zin in lezen en zitten in de zon.

Foto’s