Dag 20

20 april 2015 - Güejar Sierra, Spanje

Andalusië. Güéjar Sierra.

Albaicín

Na het ontbijt vertrekken wij op tijd naar Granada. Dit wordt onze laatste dag hoog in de bergen. Het Alhambra hebben we gezien, maar in Granada is er nog iets de moeite van het bekijken waard; De Moorse wijk- Albaicín, de Arabische medina. We zijn ’s morgens steeds vroeg op pad, want grote steden zijn hier knetterdruk. Het begint zo langzamerhand ook steeds warmer te worden en dan is het ook lekker om op tijd  op de camping in het zonnetje te zijn. Dus om half elf naderen we de Moorse wijk. Dat gaat heel goed met de routeplanner, maar soms ook niet. Wij volgen het advies op,  maar vóór we er erg in hebben, zitten we helemaal fout! We tuffen zó de wijk Albaicín in, met al zijn nauwe straatjes steil omhoog en al kronkelend naar beneden. We komen tot de ontdekking dat we in een soort spiraal naar beneden rijden. Een doolhof van oude straatjes, waar auto’s helemáál niet mogen komen!  Ik zie in de ‘gauwigheid’ een sprookje voorbij komen. Voorbij komen? We zitten er midden in! Een doolhof, waarin we ons keer op keer klem rijden. Een gebed zonder einde. Omlaag over steeds smaller wordende straatjes, die misschien vroeger alleen maar ezels paadjes zijn geweest. Weer achteruit en het volgende straatje proberen en ja hoor we komen uiteindelijk  op de weg die voor ons bestemd is terecht. We hebben al wel vast een heel goede indruk kunnen krijgen van Albaicín en vinden  een parkeerplaats boven op de heuvel. We lopen van het hogere deel af naar beneden, maar eerst vragen we hier boven aan mensen, die dit ook aan óns vroegen, of ze een foto willen maken van ons met de stad Granada op de achtergrond.

Albacín is de sfeervolste wijk van Granada. De lucht is hier doordrongen van de geuren van alles wat op dat moment in bloei staat; jasmijnbloesem, citroenbomen, rozen, druiven en nu seringen. Op de heuvel liggen allemaal nauwe steegjes en romantische pleintjes. De wijk ziet er nog hetzelfde uit als in de moslimtijd. Je ziet ommuurde binnen tuintjes  vol bloemen.  Albaicín staat ook op de Unesco Werelderfgoedlijst. We belandennu al slenterend in een steegjesdoolhof. Schilderachtige middeleeuwse straatjes. Eerst maar eens koffie op het pleintje. In de zon, want overal is elke dag opnieuw weer de zon. Wat is dat toch leuk om hier te zitten, Ik geniet ervan en kijk om me heen.

Wat ons opvalt is dat iedereen die we zien, bijna iedereen, jonger is dan wij zijn. dat is een heel rare gewaarwording, want we voelen ons niet oud. Soms stopt er ergens een bus. Ja, daar zitten dan meestal wel opeens een heleboel ouderen in. Verder is het echt; De jeugd heeft de toekomst.

(Kijk, Siebe! Vandaag heb ik een foto gemaakt van Spaanse scholieren, die hier hun reisje naar toe hebben. Ze gaan ( moeten ) alle interessante gebouwen langs. Jij gaat woensdag met je klas  naar Cambridge. Ik moet aan je denken als ik hun zie. Dag lieve Sieb. Veel plezier!!!! Je neef is net terug uit Londen, die heb ik net gebeld. Bofferds zijn jullie toch! En gisteren heb ik nog zo leuk met je zusjes gebeld. Guusje wilde naar de kerk, vertelde Belle, want ze houdt zo van zingen. “Jij niet dan Belle?” vroeg ik . “Mwaahh, “Belle drumt liever. Maar waarom ik dit hier nu schrijf? Het is zoooo leuk als je in Spanje Guusje haar liedje hoort zingen en dat ze zo graag naar de kerk gaat terwijl niemand er eigenlijk heen wil. Die Guusje! Ook Koen heeft gezongen via de skype en Kas liet via de skype zijn eigen geschilderde schuur zien. Leuk hè, skype. Vooral voor een opa en oma ver van huis!)

Wij maken het niet te lang hier in de Moorse wijk. Noor heeft last van de warmte. Ik heb wat echte Spaanse zoete lekkernijen gekocht voor straks. Ben benieuwd. Nou, het is maar wat je lekker vindt! Van de echte Spaanse bakker. We moeten er erg om lachen; het zag er zo lekker uit en het waren een soort wentelteefjes.
“Hè,” zegt Eddy, “ik heb er juist zo’n zin in!” En zo kwam boontje weer om z’n loontje.

Het weer verandert. Het wordt beetje bij beetje warmer. We kunnen het goed merken als je zo’n drie weken buiten leeft. De avonden waren de eerste week tot vijf uur ’s avonds geschikt om buiten de caravan te zijn. Daarna moest je echt wel naar binnen want dan werd het minder aangenaam. Om zeven uur werd het ook donker. Nu, drie weken later kunnen we tot acht uur buiten zijn en tot 21.00u. is het nog licht. Ook in de natuur verandert er veel. We zijn natuurlijk ook veel zuidelijker, maar hier zitten de blaadjes weer lekker aan de bomen. Ook op de camping is het vandaag voor het eerst iets drukker.

Foto’s