Dag 23 2016.

30 april 2016 - Paestum, Italië


Rijden van Pompei naar Paestum
( Het wordt moeilijker om mijn verhalen te versturen. De wifisignalen zijn vaak te zwak en hier in het Zuiden duidelijk minder goed geregeld )

We hebben deze dag maar een klein stukje gereden, van Pompei naar Paestum.
Al lekker op tijd, hebben we een heerlijke plek op een camping aan zee. Dat is ook de reden geweest om te vertrekken. De bedoeling is wel om zonder caravan nog een dag terug te gaan om de schitterende weg langs de beroemde Amalfikust te rijden.
Vandaag dus een lekker dagje hier aan zee, maar....Ik weet dat er in Zuid-Italie slecht weer gaat komen. Eddy wil gewoon vol aan zee gaan staan. ' Er wordt maar een dag slecht weer voorspeld,' zegt hij. Dus staan we pal aan de zee. We komen gelijk aan met andere Nederlanders. Zij hebben een kast van een camper die wel tegen een stootje kan. Aan zee staan nog twee campers. Ik vraag  aan de Hollanders of zij het niet eng vinden zo dicht aan zee. Nou, ze hebben geen idee waarom dat eng zou moeten zijn. ' ik vind het niks als er storm gaat komen,' zeg ik.
' O, dan kan je toch altijd nog naar achteren als het zover is,' antwoordt de vrouw laconiek. Ach dat is ook zo, probeer ik mezelf aan te praten. Niet zo bang doen. De dag verloopt prachtig. We zitten op ons mooie plekje aan zee te genieten en ik probeer niet aan de weersvoorspellingen van morgen te denken en zowaar, het lukt me. Dat komt ook omdat het zonnetje zo lekker schijnt. Je kan je niet voorstellen dat daar verandering in gaat komen. Tegen de avond zie ik de golfslag al veranderen. Er komt wind opzetten. Ik wandel eens een stuk over de camping. Het is een familiecamping en al die Italianen staan (voornamelijk in het weekend ) onder de bomen en niet aan zee. Ook omdat ze vaste plekken hebben en de plekken aan zee zijn in de zomer in de volle zon, dus te heet. Ik denk nog, die staan mooi onder die bomen, uit de wind. Ik kom aanwandelen op onze plek en merk dat er een behoorlijke wind staat. Er komt veel lawaai van de woeste golven. Ik dwing mezelf niet paniekerig te zijn. Ben zelfs gewoon gaan slapen. Ik doe mijn oordoppen in en ben vertrokken. Het interesseert me geen lor meer dat het stevig waait. Ik ben van plan vannacht nog een keer wakker te worden om polshoogte te nemen, maar dat is uiteindelijk niet gebeurd. Als een os heb ik geslapen. Dat lukt me altijd heel goed als ik op vakantie ben. Als dan niemand bang is, moet ik het ook maar niet zijn.

Foto’s